دټولني بنسټ ايښونکی : محمد جان باوري             تاسيس : دکب مياشت ١٣٦٩ کابل، افغانستان               د افغانانو لپاره تاريخي ، کلتوري او پوهنيزي ليکني           


   
 
 
Archeologie en het vraagstuk over de eerste tamme dieren

Door Rasul Bawary

Tijdens archeologische onderzoeken zijn op verschillende plaatsen in wereld overblijfselen en fossielen van deren gevonden. Deze overblijfselen en fossielen bevatten onder andere botten. Een aantal van deze botten zijn van wilde dieren en een aantal van tamme dieren. Het is alleen de vraag welke botten van tamme dieren en van welke botten van wilde dieren zijn?

Bij opgravingen in Natoufien in Palestina zijn deze twee verschillende soorten botten gevonden. Tijdens archeologische onderzoeken in Egypte, Cycli, Portugal, Frankrijk, Belgi묠Nederland en veel andere landen heeft men vindplaatsen waar overblijfselen en botten zijn gevonden uit de Neolithische periode.

Gorden Child, een beroemde archeoloog uit Engeland heet gezegd: ? Tijdens de Neolithische periode was er een grote revolutie aan de gang in de wereld. In deze periode werden wilde dieren tam en kon de mens graan doen groeien. ? Het idee van Child was dat de overgang van wilde dieren naar tamme dieren begon tijdens het Mesolithisum en dan specifiek bij de jagers. Dit proces ging verder tijdens het Neolithische tijdperk.

Bijna alle archeologen zijn tot overeenstemming gekomen over de tijd die deze laatstgenoemde periode bestreek. De Neolithische periode begon voor Christus, zo,n 5000 jaar geleden en duurde tot ongeveer 2000 jaar geleden. Enkele voorbeelden: Zo begon de Neolithische periode in Engeland 5000 jaar geleden ( het dorp Skarabrae uit akaard). In Nederland duurde tot deze periode van 4900 jaar tot 3400 jaar geleden (uit deze periode zijn er 215 vindplaatsen ontdekt die gelijk zijn aan de Mischelberg cultuur ). In Palestina was het Neoliticum van 5000 tot 3500 jaar geleden (Natoufien). In Afghanistan was de Neolithische periode van 5000 jaar geleden.

Toch kunnen we niet precies zeggen wanneer de mensen voor het eerste geprobeerd hebben wilde dieren te beheersen en tam te maken. Ook kunnen we niet precies zeggen waar dit voor het eerst plaats vond. Dat dit zo onduidelijk is heeft twee belangrijke redenen: De eerste reden is dat er op verschillende plaatsen archeologisch onderzoek heeft plaats gevonden. De tweede reden is dat er geen standaard norm is waarna we gevonden materialen en fossielen naar kunnen waarderen.

Ondank dat, hebben een aantal wetenschappers belangrijk hypotheses.Deze hypotheses kunnen we als uitgangspunt nemen. Wij kunnen dan bijvoorbeeld denken aan de hypotheses van de Amerikaanse wetenschappers Kunt Flanery, Deetz enz. Kunt Flanery heeft een speciaal idee over dit vraagstuk. Volgens gebeurde het voor de eerste keer in het Midden-Oosten, dat een mens een poging ondernam een wild dier te beleren en tam te maken. Hij geeft daarvoor twee redenen . De eerste reden is het gunstige milieu in het Midden-Oosten in deze periode. De tweede reden die hij geeft is, dat mensen 10000 van 8000 jaar geleden rondtrokken en migreerden. Flanery heeft gezegd dat er sprake was juist andersom, van de stad naar het platteland. Hierdoor kregen mensen veel ervaring met migratie en met het milieu waarin ze leefden. Hij baseert vondsten als gereedschappen en andere gebruiksvoorwerpen die gedaan zijn in Natofi, en Jabarod in het Midden-Oosten.

Andere archeologen kijken op een hele andere manier naar dit vraagstuk en kijken meer naar de wetenschappelijke factoren. Zij stellen zich bijvoorbeeld de vraag : Hoe kunnen we botten van wilde dieren en tamme dieren van elkaar onderscheiden? Over dit onderwerp hebben verschillende wetenschappers als archeologen en zoologen suggesties gedaan. In dit artikel wil ik het voornamelijk hebben over de idee뮠van de Russische archeoloog Artiegopsky . Hij heeft een aantal voorstellen gedaan die we als norm zouden kunnen gebruiken. Zo heeft hij bijvoorbeeld gezegd dat wanneer er veel botten van jonge dieren worden gevonden in het spoor van de archeologische culturele laag, we kunnen zeggen dat het moet gaan om tamme dieren. Hij geeft hiervoor als reden dat mensen in de Mesolitische en de Nieuwlitische tijd jagers en verzamelaars waren. Wanneer jagers op jacht gingen zouden zij voornamelijk op oude en zwakke dieren jagen. Immers jonge dieren vluchtten snel weg. Worden toch overblijfselen van jonge dieren gevonden, dan zal het dus niet gaan om dieren gevangen zijn tijdens de jacht. Het moet gaan om tamme dieren die bij de mensen leefden.

Als tweede reden geeft hij, dat wanneer we meer botten van mannelijke dieren in het spoor vinden we er van uit kunnen gaan dat het gaat om wilde dieren. Immers, vrouwelijke dieren worden altijd gehouden om mee te fokken. Mannelijke dieren worden geslacht en gegeten. Dit gebeurt tegenwoordig nog steeds.

Als derde zegt hij dat we door middels van biologisch onderzoek een vergelijking kunnen maken tussen de botten van wilde en tamme dieren. De botten van wilde dieren uit deze vroegere perioden hebben gelijkenissen met de botten van wilde dieren uit het heden. Het zelfde geld voor botten van tamme dieren. Op de zelfde

3
Manier kunnen we ook de botten van mannelijke en vrouwelijke dieren vergelijken.

De conclusie van mijn artikel is: Er bestaan veel verschillende hypotheses over dit vraagstuk. Maar er zijn nog steeds veel vragen die niet beantwoord zijn. Bijvoorbeeld: Welk soort dier werd als eerste tam gemaakt? En werd er dan een hele groep dieren in een keer tam of ging dit proces dier voor dier? Hebben sommige dier soorten er misschien zelf voor gekozen om zich bij mensen te vestigen en daardoor tam te werden? Dit soort vragen en nog vele meer zijn nog niet beantwoord. We kunnen alleen de ervaringen en hypotheses van de verschillende veldarcheologen, biologeren zoologen verzamelen en vergelijken. Zo komen we stap voor stap een stukje dichter bij het antwoord.

Door Rasul Bawary   

بېرته شاته

Webmaster[at]Salaamtolana.orgDesign by: Benawa Network Copyright © SalaamTolana.org 2006